De
leerlingen kregen tijdens de godsdienstles als taak om rouwrituelen wereldwijd
onder de loep te nemen. Het meest waardevolle aan deze interactieve
groepsopdracht was de klassikale nabespreking.
De
leerlingen dachten na over volgende vragen:
1)
Wat vind je goed /
minder goed aan onze eigen rouwaanpak?
We
vinden het goed dat we de keuze hebben tussen begraven en cremeren. Het
bezoeken van het graf en dit versieren met bloemen en kaarsen houdt de dode nog
iets dichter en tastbaarder bij ons. We willen graag de tijd om met respect en
in alle discretie - zonder al te veel praktische rompslomp - te kunnen rouwen.
Hierbij maken we gebruik van de hulp van een uitvaartbedrijf.
De
meeste leerlingen vinden dat afscheid nemen in intieme kring moet gebeuren,
mensen die je nauwelijks of niet kent, hoeven er niet per se bij. We vinden het fijn
als er een persoonlijke toets aan onze tradities wordt toegevoegd, zoals een foto, een tekst of een lied.
Het
loslaten van de doden lukt ons wat minder goed. Sommige leerlingen vinden het
lachen op de koffietafel ongepast, terwijl anderen vinden dat naast een traan
ook een lach hoort. Met het uitstrooien van de as op zee hebben sommige
leerlingen het ook moeilijk, je bent dan onvindbaar, je bent echt weg... Loslaten
is een les die moeilijk te leren valt.
Na
een tijdje kwamen we tot het besef dat we onze aanpak meestal zo goed vinden
omdat die zo vertrouwd is. Tijd
om even onze eigen bril af te zetten en ons blikveld even open te trekken.
2)
Wat kunnen we van andere
levensbeschouwingen leren?
In andere levensbeschouwingen is het vaker de gewoonte
om de bejaarden en de zieken zelf te verzorgen. De doden worden ritueel
gewassen door familieleden. Mensen waken en bidden bij het lichaam van de
overledene. Joden nemen bij de begrafenis drie keer een schep aarde en gooien
die eigenhandig op de kist. De spade wordt niet doorgegeven, afscheid nemen
moet je zèlf doen. De oudste zoon steekt bij de crematie van zijn overleden
vader zelf het vuur aan volgens de traditie van het Hindoeïsme. Wij geven vaak
veel uit handen. Zèlf rituelen uitvoeren kan nochtans best helend werken.
De Mexicaanse animisten vieren het feest van de doden
op 1 en 2 november. Deze fiësta gaat er bijzonder vrolijk aan toe. De overleden
zielen worden hartelijk ontvangen met muziek en veel zoet door hun familieleden. De dood was voor de
Azteekse voorouders niet het einde maar een nieuw begin en maakt zo een volwaardig
deel uit van het leven zelf. Rouwrituelen worden er niet weggemoffeld onder een
laagje discretie maar uitbundig en zonder angst of terughoudendheid uitgevoerd.
Wij mogen best een positievere en meer open kijk hebben op de dood,
zo vonden flink wat leerlingen. Bij afscheid hoort niet alleen verdriet, maar
ook dankbaarheid. Gelovigen en zinzoekers voelen zich gesterkt door vertrouwen
en geloof dat de dood niet het einde is, of zinloos.
Het was fijn om de leerlingen te horen praten over een
onderwerp dat normaal in de taboesfeer blijft hangen. Ook van hen valt veel te leren!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten