“Toon me wat er op je bord ligt en ik
zeg je wie je bent.”
Vanuit deze invalshoek ontstond de culinaire geschiedenis.
Wat we eten, weerspiegelt namelijk heel wat maatschappelijke of economische
trends.
De leerlingen Latijn en STV van het
tweede jaar zetten op vrijdag 3 juni, na een jaar van hard werken, de kers op
de taart. Ze bereidden een heus Romeins vijfgangenmenu. Vooraf maakten ze
kennis met een stukje culinaire geschiedenis.
Ze ontdekten het belang
van archeologische bronnen. Ons land heeft zelfs een heuse foodarcheoloog die
met de kennis die hij jarenlang verzamelde, aan de slag gaat in de keuken. Hij baseert zijn recepten op de
resten die in afvalkuilen, graven of putten van duizenden jaren oud
tevoorschijn komen.
We kunnen ook terecht bij een aantal
Latijnse auteurs. Dankzij de kookboeken van Apicius zijn er bijvoorbeeld heel
wat authentiek Romeinse recepten bewaard gebleven.
Daarna doken we de keuken in. De
leerlingen werden verdeeld in vijf groepjes die elk één gerechtje klaarmaakten:
moretum:
een mengeling van ricotta, honing en verse
tuinkruiden, geserveerd op een sneetje stokbrood en afgewerkt met een druifje
gehaktballetjes met rozijntjes
kippenspiesjes gekruid met zwarte
peper
scampi’s met een verrukkelijke
dipsaus
dulcia: verloren brood, rijkelijk
overgoten met honing
Voor de maaltijd werd de STV-klas
omgetoverd in een echt triclinium met aanligbedden. Ook de Romeinse
tafelmanieren pasten we, althans gedeeltelijk, toe. Zo gingen we, gekleed in
een toga, aan tafel aanliggen. Als echte Romeinen aten we de gerechten met
de handen. Nadien veegden we onze handen wel af aan een servetje in
plaats van aan de lange haren van de keukenslavinnetjes…
Klik hier voor alle foto's.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten