Twee
jaar lang werden de tweedejaars Latijn ondergedompeld in de Latijnse taal en
Romeinse cultuur. Dat die taal en cultuur nog op vele plaatsen verder leven,
hoorden ze maar al te vaak. Tijd om de proef op de som te nemen! We trokken naar
de Brugse binnenstad op zoek naar ‘Latijnse sporen’ in het straatbeeld.
Zo ontdekten we op het Brugse wapen boven de
stadsschouwburg het motto S.P.Q.B., Senatus PopulusQue Brugensis ("bestuur en bevolking van Brugge") . Dit
motto duidde sinds de 17de eeuw op de
administratieve en gerechtelijk autonomie van de stad en is geïnspireerd op het
motto van het klassieke Rome: SPQR (Senatus Populusque Romanus).
We bestudeerden op een gevel in de
Steenstraat de voorstelling van de dagen van de week en hun bijhorende Romeinse
godheid.
Op het Walplein stonden we stil bij
het bekende beeldhouwwerk van onze dorpsgenoot Jef Claerhout. We vonden er verwijzingen naar de klassieke mythologie én het hedendaagse Brugge.
Trekpleisters in dat hedendaagse
Brugge zijn onder meer de winkeltjes met kantwerk en de zwanen in het
Minnewaterpark. Daarom maakten we ook kennis met een aantal stadslegenden zoals
die van de arme Serena die het Brugse kantwerk zou uitgevonden hebben. Zo
begrepen we ook waarom het kantwinkeltje in de Katelijnestraat de naam Serena
kreeg.
Aan het Begijnhof en het Minnewater luisterden we naar de legende over de Brugse zwanen.
Het was een leerrijke speurtocht waarin we Brugge op een nieuwe manier te zien kregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten